Verenigingen en stichtingen

Een vereniging kan ontstaan als een ‘informele vereniging’. Wanneer een groep mensen onder een gezamenlijke naam met een gezamenlijk doel naar buiten optreedt is er sprake van een vereniging. Informele verenigingen zijn verenigingen waarvan de statuten niet zijn vastgelegd in een notariële akte. (Bijvoorbeeld de plaatselijke kaartclub.)

Bij informele verenigingen zijn bestuurders met hun eigen vermogen aansprakelijk voor verplichtingen die de vereniging aangaat. Een informele vereniging kan geen onroerend goed in eigendom hebben en niet als erfgenaam worden aangewezen.

Vereniging

Om die reden is het aan te raden de vereniging te formaliseren door het oprichten van een formele vereniging. Daarbij wordt de oprichtingsakte door de notaris opgesteld. Een formele vereniging kan zelf optreden als contractspartij.

Bestuurders van een formele vereniging kunnen niet rechtstreeks door derden worden aangesproken voor verplichtingen die zijn aangegaan door een formele vereniging. Wel moeten zij ervoor zorgen dat de vereniging op een goede manier wordt bestuurd. Een bestuurder kan in bepaalde gevallen nog wel aansprakelijk worden gesteld, bijvoorbeeld bij wanbeleid.

Ook kan een formele vereniging onroerend goed in eigendom hebben en als erfgenaam worden aangewezen.

In de oprichtingsakte worden ook de statuten opgenomen. In de statuten wordt onder meer geregeld hoe de vereniging rechtsgeldig besluiten kan nemen, hoe de benoeming en het ontslag van bestuurders plaatsvindt en wie lid kunnen worden van de vereniging.

Stichting

Naast de vereniging bestaat ook de stichting. Een stichting is ook een zelfstandige rechtspersoon en kan dus eigendommen op naam hebben en zelfstandig contracten sluiten met derden. Net als een formele vereniging. Het verschil is echter dat een stichting geen leden heeft. De stichting worden vaak gebruikt door organisaties met een ideëel doel. (Goede doelen.) Een stichting moet worden opgericht door een notaris en heeft statuten.
Bestuurders van een stichting kunnen niet rechtstreeks door derden worden aangesproken voor verplichtingen van de stichting. Ingeval van wanbeleid kan een bestuurder wel in privé aansprakelijk worden gesteld.

Het kan zijn dat de statuten van een vereniging of stichting een keer gewijzigd moeten worden, door middel van een statutenwijziging. Bijvoorbeeld omdat de doelstellingen zijn veranderd of omdat deze verouderd zijn en niet meer voldoen aan de huidige wetgeving. Denk daarbij ook aan de ‘wet bestuur en toezicht rechtspersonen’.
Een statutenwijziging verloopt via de notaris. Hiertoe moet eerst een rechtsgeldig besluit worden genomen, waarna de akte van statutenwijziging bij de notaris wordt getekend.

Kijk voor meer informatie over verengingen en stichtingen op de website van onze beroepsorganisatie.